Zoeken in
Zoeken in normen
3370 resultaten
A.3.3 De kengrootheid van Reynolds
De kengrootheid van Reynolds wordt bij stroming in een leiding als volgt gedefinieerd:
waarin:
v0
is de snelheid bij p0 en T0, in m/s;
D
is de inwendige diameter, in m;
ρ0
is de dichtheid van het gas bij p0 en T0, in kg/m3;
η
is de dynamische viscositeit van het medium bij de heersende druk en temperatuur in
de leiding, in Pa × s.
A.3.7 Correctie op hoogteverschil
Bij het dimensioneren van leidingen tot een gasdruk van 30 hPa (30 mbar) vindt correctie
op hoogteverschil plaats. Bij niet-expanderende stromingen mag worden aangenomen dat
de dichtheid ρ van het gas constant is. Voor de correctie geldt dan:
waarin:
ΔpΔh
is de correctie op hoogteverschil, in Pa;
g
is de valversnelling op zeeniveau, g = 9,81 m/s2;
h
is de hoogte
1 Onderwerp en toepassingsgebied
In dit deel van de praktijkrichtlijn wordt een beschrijving gegeven van de betekenis
van de CE-markering, de toestelclassificatie en de toestelcategorie. De toestelcategorie
betreft de gassoortaanduiding zoals die op de opschriftplaat of elders op het toestel
en in de installatie-instructie van de fabrikant kan zijn vermeld.
Dit deel van de NPR beschrijft de meest toegepaste toesteltypen in Nederland
2 Verwijzingen
Naar de volgende documenten wordt in de tekst zo verwezen dat de bepalingen ervan
geheel of gedeeltelijk ook voor dit document gelden. Bij gedateerde verwijzingen is
alleen de aangehaalde editie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste
editie van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen, correctiebladen
en consolidaties) waarnaar is verwezen, van toepassing.
5 CE-markering
5.1 Algemeen
De afgesproken methode om gastoestellen in te delen naar de wijze waarop ze het rookgas
afvoeren en de verbrandingslucht toevoeren is bepalend voor de CE-markering van het
rookgasafvoermateriaal. Volgens Europese regelgeving moet in alle gevallen het gastoestel
dat in Nederland ter verkoop wordt aangeboden, zijn voorzien van CE-markering. In
de meeste gevallen geldt dit ook voor
6.3.5 Aanvullende indeling voor type B-toestellen, uitgerust met bepaalde beveiligingen
6.3.5.1 Algemeen
Voor type B-sfeertoestellen bestaat in Nederland al sinds jaren vóór de invoering
van de Europese toestelclassificatie de indeling in blokkenvuurtoestel type I en type II.
Een blokkenvuurtoestel type I is een toestel dat met afvoeraansluiting wordt geleverd.
Een blokkenvuurtoestel type II bestaat slechts uit een losse brander, dus zonder afvoeraansluiting,
en is bedoeld om in
6.3.5.2 Type B..AS
Een type B..AS-toestel is een type B-toestel met een atmosfeerbeveiliging. Bijvoorbeeld type B11AS.
6.3.6 Aanvullende indeling voor type B-toestellen, voor gebruik bij specifieke installatiesituaties
Subscript D
Dit betreft een aanvulling op type B22 en type B23 en geeft aan dat niet alleen rookgas maar ook vochtige lucht wordt afgevoerd (bij
wasdrogers).
Subscript P
Dit betreft een aanvulling op type B22 en type B23 en geeft aan dat het afvoersysteem op overdruk functioneert.
OPMERKING 1 Deze toestellen, type B22P en type B23P zijn, zoals het tweede volgcijfer aangeeft, voorzien van een
6.4.2 Type C1
Een type C1-toestel is een type C-toestel dat via zijn leidingen is aangesloten op een geveldoorvoer.
De uitlaat en inlaat van deze doorvoer zijn meestal vormgegeven als een geheel. Zie
figuur 8 voor voorbeelden van type C1-toestellen.
Figuur 8
—
Type C1-toestellen
a)
Type C11
b)
Type C12
c)
Type C13
6.4.9 Type C(10)
Een type C(10)-toestel is ontworpen om aangesloten te worden, via zijn aansluitleidingen, op een
separaat gekeurd collectief af- en toevoersysteem waarbij in de collectieve afvoer
een geringe overdruk mag heersen (vakjargon: een C10-overdruk-CLV-systeem). Ter voorkoming van recirculatie is er geen open verbinding
aan de onderzijde en behoren de toestellen te zijn voorzien van een terugslagklep.
Zoeken in de website
23 resultaten
Termen & definities
U kunt alle termen en definities vinden in NPR 3378-0. Hier staan alle relevante zaken helder voor u uitgelegd.