Zoeken in
Zoeken in normen
3370 resultaten
C.2 Uitmondingstemperatuur
De uitmondingstemperatuur Tm volgt uit:
waarin:
Tm
is de uitmondingstemperatuur, in K;
To
is de omgevingstemperatuur, in K (= 273 K);
Ts
is de intredetemperatuur van de rookgas, bepaald volgens
C.7, in K;
at
is de afkoelwaarde, bepaald volgens
C.3, in m-1;
l
is de lengte van de voorziening voor de afvoer van rookgas, in m;
ca
afkoelcoëfficiënt.
C.7 Intredetemperatuur
De temperatuur van de rookgas bij het intreden in het afvoervoorziening Ts wordt ontleend aan:
of aan de hand van de toestelspecificaties.
waarin:
Tl
is de luchttemperatuur, in K, gelijk te stellen aan 278 K;
ΔT
is het temperatuurverschil tussen de rookgas en de omgevingslucht, bepaald volgens
C.8, in K.
C.8 Temperatuurverschil
Het temperatuurverschil ΔT volgt uit:
waarin:
Ho
is de stookwaarde (calorische onderwaarde) van brandstof uitgedrukt in MJ/m3 (aardgas, propaan, butaan), betrokken op volumes bij 0 ºC, 101,3 kPa of MJ/kg (huisbrandolie,
steenkolen, hout);
Hb
is de verbrandingswaarde (calorische bovenwaarde) van de brandstof uitgedrukt in MJ/m3 (aardgas, propaan, butaan) betrokken op volumes
D.2 Ventilator
Een regelbare ventilator in staat om, door luchttransport, een luchtdrukverschil van
circa 100 Pa te handhaven.
OPMERKING Een centrifugaal ventilator met een luchtvolumestroom van circa 1,2 m3/s en een hoogste druk van 650 Pa voldoet in vrijwel alle situaties waarbij de netto-inhoud
van het gebouw of deel van het gebouw ten hoogste 3000 m3 bedraagt.
D.5 Toestellen voor een compenserende volumestroommeting
In combinatie met eventuele registratieapparatuur geijkte apparatuur voor een compenserende
volumestroommeting met een meetgebied van circa 0,1 m3/s tot 1 m3/s.
De onnauwkeurigheid van de apparatuur voor de volumestroommeting mag ten hoogste 0,002 m3/s bedragen voor een gebied tot 0,4 m3/s. Voor meetwaarden boven de 0,4 m3/s mag de onnauwkeurigheid ten hoogste 5 % van de meetwaarde zijn.
E
Bijlage E
(informatief)
Verbrandingslucht en rookgas
In
tabel E.1 zijn een aantal gegevens van de in deze norm voorkomende brandstoffen weergegeven.
Deze gegevens zijn deels gebaseerd op waarden uit de literatuur, deels op reële aannamen
en deels op berekeningen. De gegeven waarden uit
tabel E.1 betreffen:
Hb
is de verbrandingswaarde (calorische bovenwaarde) van de brandstof uitgedrukt
Voorwoord
NEN 2757-1:2019 vervangt
NEN 2757-1:2011 en Ontw.
NEN 2757-1:2018.
In het Bouwbesluit 2012 zijn eisen gegeven voor de aanwezigheid, inrichting en capaciteit
van de voorziening voor de afvoer van rookgas en van de voorziening voor de toevoer
van verbrandingslucht, zodat geen onaanvaardbare concentraties van verbrandingsgassen
in het binnenmilieu optreden. In deze norm zijn bepalingsmethoden
5.1 Bepaling van de aard van de voorziening
Dit hoofdstuk is niet van toepassing voor toestelgebonden afvoersystemen en voor afvoersystemen
voor individuele toestellen met ingebouwde ventilator volgens
tabel 2. De richting van de stroming voor deze typen afvoersystemen is geregeld via de installatievoorschriften
van het toestel.
Voor de bepaling van de aard van de voorziening moet onderscheid worden gemaakt tussen:
— voorzieningen
8.3.1 Situering van de instroomopening ten opzichte van de uitstroomopening
Bepaal aan de hand van de figuren in
8.3.2 tot en met
8.3.18 welke situatie van toepassing is.
8.3.11 Situatie 10
Situatie 10 wordt als volgt omschreven:
Een toevoer in een gevel of dakvlak ten opzichte van een lager gelegen verticale afvoer
in een tegenoverliggende gevel of een tegenoverliggend dakvlak,
en
een toevoer in een gevel of dakvlak ten opzichte van een lager gelegen verticale afvoer
in een horizontaal dakvlak gelegen tussen de gevel of het dakvlak en een tegenoverliggende
gevel of een tegenoverliggend
Zoeken in de website
23 resultaten
Termen & definities
U kunt alle termen en definities vinden in NPR 3378-0. Hier staan alle relevante zaken helder voor u uitgelegd.