Zoeken in
Zoeken in normen
3370 resultaten
7.1.2.3.3 Werkwijze
Stel de meetapparatuur op.
Breng het deurschot of raamschot aan.
Sluit de ventilator zo aan dat deze lucht voert door het schot naar het gebouw of
deel van het gebouw waarin de instroomopening van de afvoervoorziening zich bevindt.
Sluit de drukverschilmeter aan.
Plaats het meetschot of de omkasting tegen de afvoeropening van de voorziening voor
de afvoer van rookgas waarvan de capaciteit moet
7.1.3.1 Beginsel
De bepaling verloopt analoog aan
7.1.2 met dien verstande dat tevens aan de voorwaarden van
7.1.3.2 moet zijn voldaan en dat de uitvoering van de proef bovendien onder de in
7.1.3.3 genoemde omstandigheden moet zijn gebeurd.
7.1.4.2.2 Voorwaarden
a) Uitmonding van voorzieningen voor de afvoer van rookgas in een dak.
De verbindingslijn tussen een snijpunt van de voorziening voor de afvoer van rookgas
en het dakvlak en een rand van het dak (uitgezonderd de nok) moet groter zijn dan
1 m. De uitmondinghoogte moet 0,3 m bedragen.
b) Uitmonding van voorzieningen voor de afvoer van rookgas in een gevel.
De uitmondingen in een gevel
7.1.4.2.3 Proef
7.1.4.2.3.1 Algemeen
De apparatuur voor de compenserende volumestroommeting moet met een aanpassingsstuk
tegen de te bepalen voorziening voor de afvoer van rookgas zijn gedrukt. Het luchtdrukverschil
tussen de omgeving en de plaats voor het rooster moet op nul worden geregeld. Lees
op de volumestroommeter de volumestroom af. De proef moet worden uitgevoerd onder
de omstandigheden vermeld in
7.1.4.2.3.1 Algemeen
De apparatuur voor de compenserende volumestroommeting moet met een aanpassingsstuk
tegen de te bepalen voorziening voor de afvoer van rookgas zijn gedrukt. Het luchtdrukverschil
tussen de omgeving en de plaats voor het rooster moet op nul worden geregeld. Lees
op de volumestroommeter de volumestroom af. De proef moet worden uitgevoerd onder
de omstandigheden vermeld in
7.1.4.2.3.2 met toestellen
7.1.4.3 Mechanische rookgasafvoer door een in het toestel ingebouwde ventilator
7.1.4.3.1 Beginsel
De bepalingsmethode berust op de bepaling van de totale door de afvoerventilator te
overwinnen weerstand bij de af te voeren volumestroom. De bepalingsmethode bestaat
achtereenvolgens uit:
— het uitvoeren van de proef volgens
7.1.2.3;
— het verwerken van de resultaten volgens
7.1.4.3.2.
De bepalingsmethode mag slechts worden gebruikt indien aan de in
7.1.5.2.1 Beginsel
De bepalingsmethode berust op het controleren van de beschikbare trek bij een vastgestelde
volumestroom, rekening houdend met de door de ventilator opgewekte onderdruk in de
opstelruimte van 25 Pa.
De bepalingsmethode bestaat achtereenvolgens uit:
— het uitvoeren van een proef volgens
7.1.4.2.3, waarbij in aanvulling op
7.1.4.2.3.2 tevens de omstandigheden volgens
7.1.5.2.2 gelden;
7.1.5.3.2 Omstandigheden
De ventilator van de component voor de afvoer van binnenlucht moet zijn uitgeschakeld.
Alle openingen moeten zijn afgedicht, met uitzondering van de verbrandingsluchttoevoeropening.
7.1.5.4 Mechanische rookgasafvoer gecombineerd met mechanische afvoer van binnenlucht
van een voorziening voor luchtverversing
7.1.5.4.1 Bepalingsmethode
De bepalingsmethode verloopt volgens
7.1.4.2, met dien verstande dat de op de gecombineerde afvoer aangesloten afvoeropeningen
van binnenlucht in de nominale stand moeten zijn ingesteld.
7.1.7.2 Voorwaarden
Op de voorziening voor de afvoer van rookgas mag alleen een toestel geschikt voor
niet met gas gestookt open vuur zijn aangesloten.
Zoeken in de website
23 resultaten
Termen & definities
U kunt alle termen en definities vinden in NPR 3378-0. Hier staan alle relevante zaken helder voor u uitgelegd.